Longissimus Dorsi en Spinalis
Deze Muscle Monday behandel ik twee spieren in de bovenlijn van het paard. Beide spieren lopen van de nek naar de rug. Omdat ik veel vragen krijg over strakke rugspieren, behandel ik vandaag twee rugspieren.
De Longissimus is een lange spier die van de hals over de rug en de lendenen tot het bekken loopt. Dit aan beide zijden van de wervelkolom. De Longissimus is een strekker, dus in de hals heeft hij een heffende functie en als hij in de rug samentrekt, wordt de rug hol. De Spinalis begint ongeveer op de 3e halswervel en loopt vervolgens via de schoftwervels tot aan de 18e rugwervel. Ook hecht het aan op het bindweefselgedeelte van de Longissimus spier. De spinalis lift de nek, kan de nek opzij buigen, maar stabiliseert ook de rug en de nek aan beide kanten
We willen graag een gelijkmatig bespierde rug, zonder hobbels en bobbels. Toch zien we vrij regelmatig wat arm bespierde bovenlijnen. Zowel de Spinalis als de Longissimus liggen onder het zadel. Belangrijk om te weten is dat de Spinalis de spier is die zorgt voor de vulling in het schoftgebied. Er zijn verschillende oorzaken voor pijnlijke en strakke rugspieren. Een aantal veel voorkomende problemen noem ik hier.
- Slecht passend zadel: Soms zie je een kuiltje achter het schouderblad, vaak veroorzaakt door een knellend zadel. Dat heet atrofie. De Spinalis kan zich niet ontwikkelen door het knijpen van het zadel. Tegelijkertijd loopt ook de Longissimus onder het zadel. Dus je begrijpt dat als bijvoorbeeld je zadel niet de goede boommaat heeft, waardoor het gaat schuiven of knijpen, de rugspieren daar last van hebben.
- Kreupelheden of andere rugproblemen: paarden die al een tijdje last hebben van een lichte blessure of aandoening gaan compenseren. Zij krijgen bijna altijd ook strakke schouder en rugspieren. Een paard met aandoeningen aan de ruggenwervels, krijgt ook strakke spieren, omdat hij het liefst helemaal niets meer beweegt. Hierdoor kan ook spieratrofie in de rugspieren ontstaan. Zorg daarom dat als problemen langer aanhouden, je een dierenarts je paard laat onderzoeken.
- Het paard wil niet “over de rug lopen”. Soms wordt dit veroorzaakt door bovenstaande problemen, maar het komt ook voordat de ruiter moeite heeft het paard op een manier te rijden waarbij het paard van achter naar voren over de rug loopt.
Signalen dat je paard pijnlijke rugspieren heeft kunnen onder andere zijn:
- Tijdens het borstelen trekt hij zijn rug hol, of maakt derug heel hard.
- Je paard doet heel lelijk als je het zadel op zijn rug legt.
- Je paard draagt zijn staart scheef of heel hoog.
- Het is moeilijk om het paard nageeflijk te rijden.
- Het paard wil zijn bekken niet kantelen en de achterbenen onder brengen.
Alsje paard pijnlijke Longissimus en/of Spinalis heeft, zal je paard tijdens het rijden knijpen met de spieren om de pijn te ontwijken en maakt daardoor de problemen erger. Hij trekt een holle rug en
krijgt steeds pijnlijker spieren. Als je te lang met deze problemen door traint, kunnen ook de ligamenten over en tussen de wervels en de wervels zelf pijn gaan doen.
Wat kun je doen om de rugspieren losser te krijgen?
In stap heeft je paard veel beweging in de wervelkolom. Schakel in de stap en let daarbij op dat je paard blijft dalen in de hals. Stap tussendoor wat balkjes. Probeerin drafje paard regelmatig de hals te laten strekken. Als hij de hand naar beneden durft te volgen, komt er vooral direct onder het zadel meer rek in de spier en ook meer ruimte tussen de ruggenwervels. Als hij dit moeilijk vindt, doe je dit met heel kleine stapjes. Neem je tijd en ga nooit trekken om hem weer nageeflijk te krijgen. Iedere keer probeer je verbindingte krijgen in de houding die het paard prettig vindt. Van daaruit veer je mee met je hand om hem uit te nodigen om je hand te volgen. Belangrijk is dat je tempo daarin hetzelfde blijft. Je paard mag niet harder gaan lopen om balans te houden en hij mag ook niet terugvallen. Het strekken van de hals hoeft in eerste instantie maar steeds met een paar cm te gebeuren. Gooi je teugels niet los, maar voel steeds het contact met de mond van je paard. Als je dit iedere keer dat je rijdt, oefent en je blijft heel consequent naar jezelf en je paard toe, ga je echt verbetering merken. Soms gaat het binnen een paar weken beter, soms duurt het langer, maar echt; als je paard je vertrouwt, je hand vertrouwt en het bit vertrouwt, gaat hij zakken.
In galop kantelt je paard het bekken en bolt met name het achterste gedeelte van de rug. Hiermee kunnen de spieren een stuk losser van worden. Galoppeer vrij vroeg in je training aan en laat je paard horizontaal in balans galopperen. Schakel regelmatig wat in tempo. Sommige paarden zijn na het galopperen een stuk losser. Probeer het eens uit!
Als je vertrouwd bent met grondwerk en werken aan de hand, kan het zijwaarts gaan met een lage hals je ook helpen om de rug los te maken en het hals strekken te verbeteren.
Ook zijn er stretchoefeningen naast je paard die je kunt doen. Bijvoorbeeld een worteltje tussen de voorbenen houden (vlak boven de grond) en hem daar helemaal naartoe laten komen. Het liefst tot achter de voorbenen. Ook kun je hem zijwaarts laten stretchen, laag en zover mogelijk richting het achterbeen. Hij geeft vanzelf aan tot hoever hij kan. Probeer hem steeds iets verder te krijgen, zodat de spieren echt een beetje oprekken. Hij mag niet omstappen of zijn hoofd naar boven doen. Geef alleen de wortel als hij zich in de juiste positie bevindt, maar blijf niet pesten omdat hij niet ver genoeg naar jouw zin buigt. Waarschijnlijk is hij er dan nog niet klaar voor om zover te buigen. Geef hem dan al een stap eerder zijn beloning.
En verder blijft afwisseling natuurlijk heel belangrijk! Af en toe een sprongetje maken, balkjes en heuveltjes lopen, helpen allemaal mee om je paard losser te krijgen. Net als het regelmatig je paard laten controleren door een fysio of sportmasseur. Deze kan je paard losmaken, loshouden en signaleert eventuele problemen snel!