“Hij is lui, mijn paard luistert niet naar mijn been, ik moet zo hard werken”. Allemaal kreten die we regelmatig horen. Maar is je paard wel lui? Geef je zelf wel de juiste hulpen…?
Consequent en duidelijk
Over het algemeen kun je ieder gezond paard kun je scherper aan het been krijgen. Maar sensibele paarden kun je ook een stuk flegmatieker maken…
Wees je bewust van de hulpen die je geeft. Kun je je been lang laten hangen en pas een beenhulp geven op het moment dat je paard meer voorwaarts moet? Let dan vervolgens weer op dat je je been weer lang maakt en je paard op eigen benen laat doorlopen. Begin hier eens mee in stap. Merk je dat je paard niet genoeg reageert, herhaal je hulp wat steviger. Krijg je nog steeds te weinig reactie, draaf dan direct weg. Reageert hij nog niet vlug? Zorg dan dat je echt flink wegrijdt, desnoods in galop en dat je voelt dat je paard er echt even flink aan trekt.
Neem hem dan rustig terug en herhaal het nog eens. Pas op dat je niet blijft drijven. Daar stompt je paard van af waardoor hij steeds minder goed reageert.
Laat je paard ook niet steeds verder terugzakken in tempo, maar wees consequent en duidelijk. Been is actiever, doet hij dat niet, dan ben je strenger tot hij wel de juiste voorwaartse reactie geeft. Let op dat je handen meeveren.
Schakelen
Als je zeker weet dat de timing van je hulpen én intensiteit van je hulpen wel goed zit, ga je schakelen. Schakelen binnen de gangen, maar ook schakelen tussen de gangen. Kun je in draf op één beenhulpje naar middendraf schakelen? En blijft je paard daarin nageeflijk? Hartstikke goed! Kijk dan ook eens of je juist de draf iets kunt verzamelen. Houd in de gaten dat je paard actief blijft. Probeer dan weer vlug weer naar je arbeidstempo te schakelen. Gaat dat niet? Geef dan nog eens een dot gas bij, totdat je voelt dat je paard écht vertrekt.
Houding en zit
Het is belangrijk dat jij als ruiter onafhankelijk kunt zitten. Als je bijvoorbeeld steun aan je teugels nodig hebt, dan hou je je paard steeds tegen. Hierdoor geef je tegenstrijdige hulpen. Je geeft met je been aan dat hij naar voren moet, maar met je handen zeg je nee, hier blijven! Zorg ervoor dat je in balans zit. De meeste mensen vinden dit het gemakkelijkst in stap en galop. Dat zijn ook de ideale gangen om je paard aan je been te krijgen!
Een soepel paard reageert beter op je hulpen
Sommige paarden zijn nou eenmaal dieseltjes. Ze hebben even nodig om op gang te komen en op te warmen. Toch is het belangrijk om ook met deze paarden meteen te schakelen en duidelijk te zijn in het geven van je beenhulpen. Hoe beter ze voorwaarts zijn, hoe makkelijker ze los laten. En hoe losser jouw paard is, hoe ontvankelijker hij is voor je hulpen. Het werkt dus 2 kanten op!
Juist voor de ‘dieseltjes’ is het goed om vrij vroeg in je training te galopperen. In de galop kantelt je paard zijn bekken meer dan in draf, je kunt hem hierdoor makkelijker losser in de bovenlijn krijgen. Schakel in de galop en wees daarin weer consequent, hij moet actief naar voren willen vertrekken met een ontspannen hoofd-halshouding. Als je dat op beide handen hebt gedaan, is je paard ook in draf een stuk losser en beter aan je been.
Soepele spieren
Paarden die stijf zijn in bepaalde spiergroepen kunnen ook wat terughoudend zijn tijdens de training. Geef deze paarden de tijd om op te warmen, zonder ze lui in de rondte te laten joggen. Het kan voor deze paarden heel nuttig zijn om ze eens te laten controleren door een fysiotherapeut of sportmasseur.
Heb je vragen naar aanleiding van deze blog? Je mag altijd vrijblijvend contact met me opnemen.