Hoe rijd ik een goede schouderbinnenwaarts?
Tips voor een goede schouderbinnenwaarts op beide handen
Schouderbinnenwaarts is een oefening die de lengtebuiging van je paard verbetert, de draagkracht de draagkracht van het achterbeen vergroot en de aanleuning verbetert. Ik gebruik het dan ook veel in de training. Om een goede schouderbinnenwaarts te rijden (of aan de hand te doen), is het wel belangrijk dat je een aantal basisvoorwaarden voor elkaar hebt. Is je paard goed aan het been en kun je hem van achteren naar voren rijden? Kun je op de binnenhoefslag je paard tussen twee teugels houden, zonder veel te moeten begrenzen? En lukt het wijken voor het been al goed, zowel naar buiten als naar binnen? Dan kun je aan de slag.
De schouders controleren
Belangrijk is dat je de schouder van je paard goed kunt bedienen. Begin klein. Breng twee handen iets naar binnen om de schouder iets voor te brengen. Met je binnenbeen op de plek laat je het paard zijn binnenachterbeen wat activeren. Rijd de eerste tijd nog niet te schuin, maar focus op de controle over de schouders met behoud van impuls. Breng de schouders echt naar binnen. Kom niet te vroeg met je binnenbeen én leg je binnenbeen niet naar achteren. Dan druk je de achterhand naar buiten in plaats van de schouder naar binnen.
Gaat dit goed? Dan probeer je echt naar schouderbinnenwaarts te komen, dus een schouderbinnenwaarts op drie sporen. Het binnenachterbeen landt in het spoort van het buitenvoorbeen.
Het is het gemakkelijkst om vanuit een hoek of vanuit een kleine volte je schouderbinnenwaarts in te zetten. Draai vanuit de hoek een klein beetje door alsof je de volte op gaat en geef dan een ophouding op je buitenteugel. Je buitenbeen is er ook bij om de buitenschouder naar binnen te rijden. Je binnenbeen is op de plek en drijft als het ware naar jouw buitenteugel toe. Blijf nu in hetzelfde ritme en met de schouderbinnenwaarts op drie sporen doorrijden. Kijk goed voor je uit en laat je meenemen in het ritme.
Twee veel voorkomende problemen
Veel paarden en ruiters vinden de schouderbinnenwaarts aan één kant makkelijker dan aan de andere kant. Dat heeft vaak te maken met de holle en bolle kant van je paard. Wil je paard moeilijker in de linkerschouderbinnenwaarts? Vind je het lastig om de schouders van de kant te rijden en wil hij moeilijker met het linkerachterbeen doorkomen? Oefen dan eerst op de soepelheid van je paard. Neem eerst een aantal keren het wijken voor het linkerbeen mee. Zorg dat hij daarin echt aan je buitenteugel is en laat hem mooi scharen. Neem dan op een volte wat schoudervoor mee. Hierin moet hij het binnenachterbeen echt activeren. En let op dat je zelf niet strak gaat zitten. Herhaal je ophoudingen aan de buitenkant. Ongemerkt zetten ruiters een buiten of binnenhand helemaal vast en vergeten te ademen. Dan doet je paard dat ook niet meer en blijft hij juist terugduwen. Ik zeg altijd: beter een paar keer slingeren, om jullie balans te vinden, dan heel constant een lelijke schouderbinnenwaarts rijden!
Een ander probleem is dat een paard juist te ver doorbuigt in de hals en dan in de schouderbinnenwaarts (Dat dan dus geen schouderbinnenwaarts meer is) over de buitenschouder valt. Stel je rijdt rechtsom en je merkt in de oefening dat je paard de hals te ver naar rechts buigt en de schouder niet voldoende naar binnen wil brengen. Hij plakt als het ware teveel aan de kant. Probeer eens om juist wat langer rechtuit langs de kant te rijden, dus niet direct vanuit de hoek inzetten. Hij is waarschijnlijk wat zwaarder op je linkerteugel. Vraag even wat stelling naar links (naar buiten) en houdt je buitenbeen erbij. Neem dan met twee teugels de schouder mee naar binnen en houdt ook hier je buitenbeen eraan. Geef een aantal ophoudingen op de buitenteugel als hij daar zwaar voelt en neem juist niet te veel rechterstelling!
Werkt dit niet voldoende? Probeer dan eens om één of twee passen voor je linkerbeen naar binnen te wijken. Je voelt je paard naar twee teugels komen neemt dan de schouders mee naar binnen. Denk niet aan de binnenstelling, maar denk aan gelijke druk op twee teugels. Als jullie hierin je balans vinden, komt later de stelling en buiging naar binnen vanuit je binnenbeen vanzelf weer.
Rijd voorwaarts naar twee handen toe en beëindig de schouderbinnenwaarts door zelf de schouder weer terug te plaatsen.